Dan moeten er tijdens de wedstrijd een verschillende aantaal montage’s worden gemaakt. Ik ga nu uitleggen wat de standaard daarvoor is, maar het kan weer verschillen per klus.
LSM A: doet qua herhalingen de buitenspel camera’s , dus camera 7 en 8. En die monteert vaak een internationale feed. Ik zal daar later nog wat verder op ingaan.
LSM B: doet qua herhalingen camera 1 en 2. camera 2 is een erg belangrijke camera omdat die in principe altijd goed is om te geven. Hij volgt de bal dus zal dan niet vaak momenten missen. De operator zal dus veel meer op camera 2 focussen dan op camera 1. LSM B monteert vaak de dump van de wedstrijd.
LSM X: doet qua herhalingen camera 3 en 5. Deze positie is dus al wat intensiever omdat het 2 lage camera’s op het veld zijn. Je moet dus goed blijven kijken naar je camera’s of ze wel goed zijn qua shot, en met lage camera’s gaat het snel voor je gevoel nog sneller. LSM X monteert vaak de momenten of doet veel in de voorbeschouwing qua montage’s.
LSM Y: doet qua herhalingen camera 4 en 6. In Principe geldt voor deze positie hetzelfde als voor LSM X. het zijn 2 lage camera’s dus het gaat snel, enigste verschil is camera 4. Camera 4 maakt vooral de coach dus zal je meer reactie’s geven dan doelpunten. LSM Y monteert vaak de momenten of doet veel in de voorbeschouwing qua montage’s.